‘Hier! Hier kunnen we bijvoorbeeld de canon inzetten en het publiek met ons mee laten lopen.’ Zo loop je een stukje langs de singel met je dirigent, zo zie je jezelf opeens canon-zingend publiek-lokkend op de heuvel bij de Sterrenwacht naar boven struikelen.
Meestal kan ik de losgeslagen concertplannen, pr-ideeën, publiekbehagers, locatiewensen en allerhande samenwerkingsverbanden van Maarten wel volgen en desnoods aanmoedigen, maar de creaties die ik nu voorbij hoorde komen moest ik eerst even verwerken. Want de singels zijn lang, en bij elk stukje grond waar je meer dan twintig man op kwijt kon waren talloze gecompliceerde kleinkunstpraktijken te verzinnen die ik niet eens voor me kon zien, laat staan uitvoeren. Nee, dan een stukje lopen in een laag herfstzonnetje bij Amelisweerd. Je kan, zo begreep ik, op deze kronkelige paadjes prachtig voor het publiek uit lopen (zolang je met 26 koorleden én publiek exact hetzelfde tempo aanhoudt). En in dit stukje bos kunnen we ons ook goed opstellen, hoe laaghangender de takken hoe beter. En we doen ook een professionele opname, dat kan prima in deze natte veengrond (ten tijde van de uitvoering is het zomer, je zal het zien, dan is het best te doen). Maar een nadeel van Amelisweerd is dan wel weer dat de hobbelige paadjes niet geschikt zijn voor het kostuum van sopranen en alten, wat op dit punt in het ontwerpproces verdacht veel klonk als ‘dertien nonnen op een segway’. Elk creatief project hoort te beginnen met wilde ideeën waarbij je achter elk woord een ontzettend terechte ‘ja maar’ kan plaatsen. De kunst is om uit te komen met meer ideeën dan tegenwerpingen. Dat gaat mij boven mijn pet, maar ik vind het kostelijk om te horen, en ik ben bij voorbaat al trots dat ik in het eindproduct mag voorkomen. Dus op straat gluur ik wat langer naar elke segway, hou mijn ‘ja maren’ voor me, en wacht af. |
jun
03
Comments are closed.